… Toen kwam mevrouw Scherpensil binnen. ‘Stilte nu, ik word niet goed van jullie!’ riep ze door heel de kamer. Theodora wou iets fluisteren tegen Marleen maar riep net iets te hard: ‘Wat een strontwijf is zij, ieuw’. “THEODORA NU IS HET AFGELOPEN” krijste mevrouw Scherpensil en ze trok Theodora mee naar buiten. ‘Jij hebt straf, achterlijk wezen’ riep ze toen ze Theodora in het kolenhok stopte. Even later hoorde ze een stem zeggen: ‘Dit kind moet hier weg, wat een schandaal’. ‘Ja dat vind ik ook’ zei een stem terug. Theodora kon niet horen wie het waren maar ze had al zo’n vermoeden en luisterde verder. “Morgen avond is het zover, we leiden haar naar de grote zaal en zorgen dat ze geen kant op kan, met allemaal messen om haar heen die haar langzaam leeg prikken’ zei een nu wel heel bekende stem. Het was mevrouw Scherpensil weer. ‘Ja, daar gaan we weer’ fluisterde Theodora zacht tegen zichzelf. ‘Ja dit is een utisteeekend plan’ riep meneer Pinnema terug. Opeens rook Theodora en vieze geur. Het rook naar verotte eieren. Toen ging de deur van het kolenhok open. ‘Hier we komen je wat te eten brengen’ lachte meneer Pinnema gemeen. ‘Gatver, het ruikt net zo vies als u als u ’s ochtends ons komt wakker maken’ zei Theodora met haar neus dichtgeknepen. “WAT EEN WAARDELOOS ONBESCHOFT KIND BEN JIJ” riep meneer Pinnema woedend. Voor straf bleef Theodora nog wel 10 uur in het kolenhok, zonder eten. 

Na die 10 uur in het kolenhok werd Theodora opgehaald door Marleen. ‘Theodora, ik heb je zo gemist!’ riep Marleen. ‘Ik jou ook’ snikte Theodora. ‘Waarom huil je?’ vroeg Marleen. Theodora gaf geen antwoord. Marleen zei: “Je kan mij alles vertellen, ik ben je beste vriendin!’. “Ik wil niet dood, en ik weet hoe ik doodga door die naar verotte ei ruikende Meneer Pinnema” huilde Theodora. ‘Maar je hoeft niet bang te zijn, wij hebben een geweldig plan bedacht!

Toen het avond werd zaten alle weeskinderen op de slaapkamer. Marleen vertelde snel het plan aan Theodora. 

Oke, we gaan eerst zorgen voor heel veel vieze spullen en lange houten stokken. Als we gaan avondeten gebruikt mevrouw Scherpensil altijd ingrediënten en de vieze spullen nemen we stiekem mee. Daarna laten we jou in die zaal gaan en gaan we op het balkon staan van die zaal waar je in wordt lek geprikt, of nouja waar je wordt dood gestoken. Maar dat laten we natuurlijk niet gebeuren. En dan als ze het hek dicht willen doen gooien we allemaal rot eten over Meneer Pinnema en Mevrouw Scherpensil en slaan we met de stokken tegen hun hoofd zodat ze helemaal duizelig worden enzo je weet wel’ Ja en dan?’ vroeg Theodora enthousiast. ‘Dan ren je over hun heen naar buiten en dan wacht ik je daar op en zetten we een flesje water met vergeet spul voor hun neer in de hoop dat ze dat drinken en dan weten ze niks meer. En de rest zien we wel, denk ik.’ zei Marleen. Iedereen vond het een geweldig plan en in spanning gingen ze slapen.

In de ochtend was iedereen gespannen. Toen mevrouw Scherpensil binnenkwam riep ze tegen iedereen: ‘Vandaag wordt een heel bijzondere dag’. Ze keek Theodora gemeen aan. En toen barste iedereen in lachen uit, omdat iedereen wist wat ging gebeuren. ‘Mevrouw Scherpensil wordt helemaal verot, nog verotter dan dat ze nu al is’ riep Theodora zonder angst dat mevrouw Scherpensil boos zou worden. ‘JIJ ACHTERLIJKE SNOTPOMPOEN’ riep mevrouw Scherpensil. “Jij gaat voor straf 100 kikkerogen eten als ontbijt. “Oh maar mevrouw dat vind ik zielig” riep Marleen. ‘Neejoh, die kikkerogen lijken een beetje op de ogen van mevrouw Scherpensil, net zo lelijk en glibberig, haast geen verschil te zien’ lachte Theodora. Zonder iets te zeggen liep mevrouw Scherpensil de kamer uit. Ze was WOEDEND. 

In de middag was het zo ver. Het plan zou ein-de-lijk gaan gebeuren. Iedereen fluisterde met elkaar. ‘Je kan het Theodora, ik geloof in je” zei Marleen fluisterend. ‘En als je doodgaat, dan ga ik je missen’. ‘Ik ga niet dood hoor’ antwoordde Theodora. 

‘THEODORA KAN JE JE EVEN MELDEN IN DE GROTE ZAAL?’ riep een stem door de gang. ‘Uh ja ik kom’ acteerde Theodora omdat ze allang wist wat er ging gebeuren, maar meneer Pinnema en mevrouw Scherpensil mochten van niks weten, nog niet. ‘HAHA daar is ze hoor, ons kleine misbaksel’ zei meneer Pinnema. ‘Ach kijk naar je eigen hoofd’ riep Theodora boos. “Ga maar hier staan, in het midden”. Theodora deed wat ze vroegen en ging staan. 

‘JE GAAT ERAAN!’ riep Mevrouw Scherpensil. ‘Eindelijk van jou af!” 

(ondertussen op het balkon) 

Oke jongens iedereen klaar? ‘JA’ riep iedereen in koor. ‘Oke 3,2,1 GOO’ riep Marleen. Een berg vol met rotte eieren, verrotte pannekoeken, schimmel, oude schillen, snot en nog veeel meer werd over mevrouw Scherpensil en meneer Pinnema heen gegooid. ‘GATVER WAT IS DIT NOU WEER?” riepen mevrouw Scherpensil boos. ‘DIE ACHTERLIJKE KINDEREN’ riep meneer Pinnema. Maar dat was nog niet alles. Uit het niets sloeg een van de kinderen keihard met een stok tegen de hoofden van mevrouw Scherpensil en meneer Pinnema. En die vielen neer, op de grond. ‘WAAAAUWIE ZE ZIJN DOOD’ riep Theodora verbaast.  ‘NEE GEK, ZE ZIJN EVEN VAN DE WERELD MAAR ZIJN ZO WEER WAKKER, SNEL REN WEG’ riep Marleen. ‘Nee ze zijn niet dood nee, ze zijn bewusteloos’ riep de nerd van de groep kinderen. ‘Boeie ik vind ze dood’ riep Marleen terug. Iedereen maakte dat ze weg kwamen en Marleen zette de drankjes met vergeet middel nog voor hun klaar en iedereen ging snel naar hun slaapkamers. Maar toen kwam het moment dat Meneer Pinnema en Mevrouw Scherpensil weer binnenkwamen. ‘Oh wat een brave kinderen’ zei mevrouw Scherpensil. “Ja wat een heerlijke kinderen’ fluisterde meneer Pinnema. Ze konden zich NIKS herinneren van alles wat had plaatsgevonden in het verleden. 

En zo werd het weeshuis weer een leuk huis, met goede leiders die je nu wel kent.

‘Meneer Pinnema en Mevrouw Scherpensil waren een stuk aardiger’ zei Marleen de eerste dag na het spektakel. ‘Ja en ze zijn soms nog wel gemeen maar dat is hun karakter, die nog steeds verrot is’ lachte Theodora. 

En zo eindigde het verhaal van Theodora toch nog goed, ondanks alles wat er was gebeurt. Ohja, en Marleen had nogsteeds een om-ste-kop-achter-ste-voren oor, maar dat vond ze zelf niet erg. 

Einde.

–  door Fleur